Tegenwoordig is Nederlands handballer van het jaar nog steeds een onderwerp van groot belang in de huidige samenleving. De impact ervan is voelbaar op verschillende gebieden van ons leven, van technologie tot politiek, cultuur en de economie. Het is een onderwerp dat aanleiding heeft gegeven tot debatten, tegenstrijdige meningen en tot aanzienlijke veranderingen heeft geleid in de manier waarop we leven en de wereld om ons heen waarnemen. In dit artikel zullen we het belang van Nederlands handballer van het jaar onderzoeken en hoe dit de manier waarop we vandaag de dag denken en handelen heeft beïnvloed.
Nederlands handballer van het jaar | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Jacques Josten (rechts) ontvangt de prijs van handballer van het jaar 1988 van bondsvoorzitter Hafkamp (links).
| ||||
Geschiedenis | ||||
Eerste editie | 1979 | |||
Eerste winnaar | Bert Bouwer | |||
Meest recente winnaar | Vaidas Trainavicius | |||
|
Sinds 1979 wordt elk jaar de beste handballer van het jaar van Nederland uitgeroepen. In de afgelopen decennia zijn de prijzen veranderd, waar voorheen alleen één handballer werd verkozen, worden nu meerdere handballers van verschillende posities bekroond met een prijs.
De verkiezing van de winnende speler is in de afgelopen decennia veranderd. Voorheen een winnaar werd gekozen door spelers, analisten en trainers of kon er door iedereen gestemd worden op het internet, maar tegenwoordig worden de winnaars gekozen door de bondscoaches van het Nederlands handbalteam. Gedurende de afgelopen decennia was er regelmatig kritiek op de wijze hoe de totstandkoming van een winnaar, zoals in 1985 waar enkele fouten waren gemaakt door de organisatie.[1]
In 2003 werd er naast een uitroeping door het NHV, ook een verkiezing gehouden van beste handballers van de eredivisie door FIQAS, genaamd de FIQAS Awards.
Het Nederlands Handbal Verbond schafte in 2006 de prijs af, maar spelers van Volendam besloten zelf de prijs te geven aan teamgenoot Marco Beers. Sinds 2007 werden er wel weer 'officiële' prijzen gegeven.[2] In 2020 werd vanwege de coronapandemie tevens geen winnaars uitgeroepen.
Daarnaast worden er ook prijzen gegeven aan beste scheidskoppel, trainers en talenten van het betreffende jaar.
Jaar | Speler | Club | Bron |
---|---|---|---|
1979 | Bert Bouwer | Sittardia | [3] |
1980 | Ger Norbart | Sittardia | |
1981 | Jacques Josten | Sittardia | [4] |
1982 | Wil Jacobs | Vlug en Lenig | [5] |
1983 | Wil Jacobs | Vlug en Lenig | |
1984 | Jacques Josten | Blauw-Wit | [6] |
1985 | Nico Beekman | Blauw-Wit | [1] |
1986 | Jacques Josten | Blauw-Wit | [7] |
1987 | Lambert Schuurs | Sittardia | [8] |
1988 | Jacques Josten | Blauw-Wit | [9] |
1989 | Joop Fiege | E&O | [10] |
1990 | Piotr Konitz | Tachos | [11] |
1991 | Patrick van Olphen | Hermes | [12] |
1992 | Jop Hagreize | E&O | [13] |
1993 | Dick Mastenbroek | Sittardia | [14] |
1994 | Patrick van Olphen | Sittardia | [15][16] |
1995 | Jeroen Hölscher | Aalsmeer | [17] |
1996 | Peter Portengen | E&O | [18] |
1997 | Morgan Hermundstadt | Sittardia | [19] |
1998 | Jan de Bakker | E&O | [20] |
1999 | Malik Beširević | Sittardia | [21] |
2000 | Jeroen Hölscher | Aalsmeer | [22] |
2001 | Fabian van Olphen | Quintus | [23] |
2002 | Rutger Sanders | Vlug en Lenig | [24] |
2003 | Joey Duin | Volendam | [25] |
Aantal titels | Club |
---|---|
19 | ![]() |
19 | ![]() |
11 | ![]() |
9 | ![]() |
![]() | |
5 | ![]() |
4 | ![]() |
![]() | |
3 | ![]() |
![]() | |
2 | ![]() |
1 | ![]() |
(Bijgewerkt t/m 2022)
Aantal titels | Provincie |
---|---|
38 | ![]() |
31 | ![]() |
9 | ![]() |
7 | ![]() |
3 | ![]() |
(Bijgewerkt t/m 2022)