In dit artikel duiken we in de fascinerende wereld van Naald (naaigerei), waarbij we de oorsprong, de impact ervan op de samenleving en de relevantie ervan vandaag onderzoeken. Vanaf de eerste manifestaties tot aan de evolutie ervan in de loop van de tijd heeft Naald (naaigerei) een onuitwisbare stempel gedrukt op verschillende aspecten van het dagelijks leven. Langs deze lijnen zullen we zorgvuldig de verschillende aspecten analyseren die Naald (naaigerei) tot een onderwerp van universeel belang maken, evenals de implicaties die het heeft in verschillende contexten en culturen. Het maakt niet uit of u een expert op dit gebied bent of dat u net het belang ervan begint te ontdekken, dit artikel geeft u een compleet en verrijkend inzicht in Naald (naaigerei).
Een naald is een soort gereedschap dat gebruikt wordt voor het aan elkaar bevestigen (naaien) van kledingstukken of andere voorwerpen van soepel materiaal, zoals textiel of leer. Ook worden naalden gebruikt om iets te versieren, dit wordt borduren genoemd. Bij het breien wordt een naald gebruikt om te mazen.
Een naald is meestal van staal. Aan één uiteinde is de naald puntig zodat er door de stof heen kan worden geprikt. Naalden kunnen in twee hoofdtypes verdeeld worden:
Bij machinenaalden zit het oog waar de draad doorheen moet dicht bij de punt, aan de onderzijde. De naald wordt aan de bovenzijde vastgezet in de naaimachine. De bovenzijde van een machinenaald heeft een platte kant, waarmee hij stevig kan worden aangeschroefd.
Bij handnaalden zit het oog aan de andere kant dan de punt van de naald. Het oog dient om er een draad, het naaigaren, doorheen te trekken. Het oog is meestal langwerpig van vorm en weinig groter dan de dikte van de te gebruiken draad. Het oog is bij luxere naalden soms goudkleurig, terwijl de rest van de naald zilverkleurig is.[1] Bij een zogenaamde blinde naald wordt de draad van bovenaf door een spleetje in het oog gestoken, in plaats van deze erdoorheen te moeten trekken. De lengte van naalden varieert, afhankelijk van de toepassing, van ongeveer 2 cm tot wel 10 cm. Ook de dikte varieert, maar een naald is zelden dikker dan 2 millimeter.
Naalden werden in de prehistorie al gebruikt. Ze werden toen van been of hout gemaakt. Kleding werd onder andere gemaakt uit dierenhuiden die met naalden in de benodigde vorm werden gestikt.
Een vroege soort textiel die gemaakt werd met naalden is het naaldbinden.
Handnaalden bestaan in verschillende types, afhankelijk van het doel.[2]
Een belangrijk criterium is de punt van de naald: die kan scherp of juist stomp zijn. Naalden met een stompe punt, zijn bijvoorbeeld bedoeld om te borduren op stramien of andere aftelbare stof, om te stoppen of te mazen. De stompe punt voorkomt dat er door de draden van de stof of het breiwerk heen gestoken wordt.
De volgende naalden worden onderscheiden:
Naalden met een dubbel oog worden gebruikt om met twee garens tegelijk te borduren, zodat een decoratief effect ontstaat. Ook zelfinrijgende naalden hebben een dubbel oog, dat aan de bovenkant echter open is.
Rechte naalden voor het maken van zeilen voor windmolens en zeilschepen hebben een driekantige punt, waardoor het zeildoek niet scheurt.
Ten slotte bestaan er ook tweelingnaalden; naalden met het oog in het midden. Deze zijn speciaal bedoeld voor tapisserie of voor de kettingsteek, waarbij veel heen en weer gestoken wordt.[2]
Er bestaan hulpmiddelen om de draad door het kleine oog van de naald heen te halen, draadinsteker of draaddoorhaler genoemd.
Naalden worden apart van spelden bewaard in een kunststof doosje of in een mapje van textiel.