Moddersnoeken

Dit artikel gaat in op het onderwerp Moddersnoeken, dat de laatste tijd steeds meer belangstelling heeft gewekt. Vanuit verschillende perspectieven en benaderingen heeft dit onderwerp debatten en reflecties gegenereerd op verschillende gebieden, zoals de samenleving, cultuur, politiek, economie en wetenschap. De implicaties ervan, de evolutie ervan in de loop van de tijd en de relevantie ervan vandaag zullen worden onderzocht, met als doel een alomvattende en gedetailleerde visie op Moddersnoeken te bieden. De verschillende dimensies ervan zullen worden onderzocht, waarbij de gevolgen ervan, de invloed ervan op mondiaal niveau en de toekomstige projectie ervan zullen worden geanalyseerd. Door middel van een diepgaande en uitputtende analyse is het de bedoeling om bij te dragen aan het begrip en de kennis van Moddersnoeken, en zo het debat en de reflectie rond dit onderwerp van onbetwist belang te verrijken.

Moddersnoeken
moddersnoek (Amia calva)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Onderklasse:Neopterygii (Nieuwvinnigen)
Infraklasse:Holostei (Beenganoïden)
Orde:Amiiformes[1]
Familie:Amiidae
Geslacht:Amia
Soort
Amia calva
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Moddersnoeken op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen

De moddersnoeken vormen een primitieve orde (Amiiformes) binnen de straalvinnige vissen, met maar één recente familie (Amiidae), en één recent geslacht met één soort, de moddersnoek (Amia calva). Uit fossiele vondsten zijn zes families bekend. Onder de vondsten is Leedsichthys, de grootste vis die ooit heeft geleefd en een lengte van ruim over de tien meter kon bereiken. De moddersnoek is, naast de kaaimansnoek, een van de weinige zoetwatervissen die bijna ongewijzigd zijn sinds hun ontstaan.

Kenmerken

Het meest in het oog springende kenmerk van de moddersnoek is de erg lange rugvin, die weer 45 tot 50 stralen heeft, lopend vanaf het midden van de rug tot het begin van de staart. Ze kunnen tot 1 meter lang worden en 7 kilogram wegen. Voor sportvissers zijn het erg agressieve vissen die zich heftig blijven verzetten, nog nadat ze aan boord of aan land zijn gebracht. Ze leven in het oosten van Noord-Amerika, meestal in langzaam stromend water. Wanneer er weinig zuurstof in het water zit kan de vis lucht in zijn zwemblaas opnemen en die gebruiken als een soort long. Ze gaan meestal 's nachts op jacht en eten ongewervelde insecten en gewervelde kikkers en vele soorten vissen. Het mannetje van de vis is bekend om zijn vaderschap. Hij blijft in de buurt van, en verdedigt bevruchte eitjes en de uitgekomen larven.