Microsporum canis

In het artikel van vandaag gaan we ons verdiepen in de fascinerende wereld van Microsporum canis, een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van zowel experts als fans. Sinds zijn opkomst heeft Microsporum canis zijn impact op verschillende aspecten van de samenleving, wetenschap, cultuur en geschiedenis aangetoond. Door de jaren heen is het onderwerp geweest van debat, studie en onderzoek, en de invloed ervan is in de loop van de tijd blijven evolueren. In deze diepgaande verkenning van Microsporum canis zullen we de oorsprong ervan, de relevantie ervan in de wereld van vandaag, en de verschillende perspectieven die rond dit onderwerp bestaan, onderzoeken. Bereid je voor om jezelf onder te dompelen in een reis die belooft te verrassen, opwinden en onderwijzen, terwijl we samen het opwindende universum van Microsporum canis ontdekken.

Microsporum canis
Macroconidia van Microsporum canis
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Ascomycota (Zakjeszwammen)
Klasse:Eurotiomycetes
Orde:Onygenales
Familie:Arthrodermataceae
Geslacht:Microsporum
Soort
Microsporum canis
E. Bodin ex Guég. (1902)
Microconidia van Microsporum canis afkomstig van een kat
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Microsporum canis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Microsporum canis (anamorfe vorm) of Nannizzia otae (synoniem: Arthroderma otae) (teleomorfe vorm) is een schimmel die in de hoornlaag van de huid en op het haar voorkomt en een oppervlakkige schimmelinfectie kan veroorzaken. Het is een dermatofyt, die Tinea capitis en Tinea corporis veroorzaakt.[1][2] Vooral bij katten en honden komt de schimmel veel voor. In zuidelijke landen is 90% van de loslopende dieren besmet met deze schimmel.[3] Ook mensen kunnen na contact met besmette dieren door de schimmel geïnfecteerd raken.

Op een voedingsbodem met aangepast Leonian's agar vormt de schimmel een geel, harig schimmelpluis. Zes dagen na inoculatie is de gele kleur het diepst en vervaagt vervolgens geleidelijk.[4][2] Sommige isolaten vormen geen gele kleur, groeien abnormaal traag en vormen slecht ontwikkelde macroconidia.[4] Op geslepen rijst krijgen deze isolaten hun normale groei terug.[4] De asymmetrisch spoelvormige, 35-110 × 12-25 µm grote macroconidia[5] hebben vijf of meer tussenschotten en een dikke, ruwe celwand.[4][2] Microsporum canis produceert ook peervormige tot knuppelvormige microconidia.[1][4]

Microsporum canis op een voedingsbodem van aangepast Leonian's agar, 7 dagen na inoculatie

Literatuur

  • Ch. Noli und F. Scarampella: Praktische Dermatologie bei Hund und Katze. Schlütersche, Hannover 2004, ISBN 3-87706-726-3
Zie de categorie Microsporum canis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.