In het artikel van vandaag zullen we de fascinerende wereld van Menippos van Gadara verkennen, een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van mensen van alle leeftijden en achtergronden. Van de impact ervan op de huidige samenleving tot de historische relevantie ervan heeft Menippos van Gadara eindeloze debatten en discussies voortgebracht die hebben geleid tot een diepgaande analyse van de verschillende facetten ervan. In dit artikel zullen we kijken naar de meerdere dimensies van Menippos van Gadara, de implicaties ervan op verschillende gebieden en de invloed ervan op de loop van de geschiedenis. Ga met ons mee op deze reis van ontdekking en reflectie over Menippos van Gadara.
Menippos van Gadara (Oudgrieks: Μένιππος / Ménippos, Latijn: Menippus) (ca. 350 v.Chr. – ca. 270 v.Chr.) was een cynische filosoof en auteur. Van zijn leven en zijn werk is weinig bekend, van zijn invloed iets meer. Hij gaf in het bijzonder de aanzet tot de menippeïsche satire.
Menippos was van oorsprong geen Helleen maar een Feniciër uit Gadara. Hij was een voormalige slaaf die een rijk man werd door te bedelen of – waarschijnlijker – door zaken. Zo'n vermogen ging tegen alle cynische beginselen in en wekte dan ook de nodige spotlust op. Volgens de overlevering verbleef hij te Korinthe in het Kraneion en te Athene in het Lykeion. In Thebe was hij de leerling van Krates en had hij contact met Metrokles.
Door zijn biograaf Diogenes Laërtios werd Menippos schijnbaar voor een oppervlakkige potsenmaker gehouden. Hij schetst vijandig het beeld van een woekeraar en een zelfmoordenaar, wat door historici niet als betrouwbaar wordt beschouwd, te meer daar de eerste kwalificatie berust op de dubieuze autoriteit van Hermippos van Smyrna.[2]
Diogenes Laërtios schrijft dertien boeken aan Menippos toe en geeft van zeven een nadere omschrijving:[3]
Dankzij Athenaios kunnen we daar nog twee titels aan toevoegen:[5]
Mogelijk heeft Menippos na het succes van zijn Bezoek aan de onderwereld ook een Hemelvaart geschreven. Daarvan bestaan sporen bij zijn navolgers en het zou hem de gelegenheid hebben gegeven om de goden van traditie en filosofie kritisch aan te pakken.
Typisch behandelde Menippos serieuze onderwerpen door ermee te lachen. Strabo en Stefanos spreken over een menger van ernst en luim (σπουδογέλοιος / spoudogeloios). Uit de titels van zijn geschriften kan worden afgeleid dat Menippos er genoegen in schepte collega-filosofen aan te vallen, in het bijzonder de epicuristen en stoïcijnen. Doorheen zijn kluchtige parodieën tekende het eenvoudige leven voorgestaan door de cynici zich positief af tegen de dwaasheden van de massa, de schijnwijsheid van de filosofen en de misvattingen over de goden. De vorm van deze menippeïsche satiren, een genre waarvan hij blijkbaar de schepper was, kenmerkte zich door een afwisseling van proza en dichtkunst (prosimetrum).
In de eerste eeuw v.Chr. kreeg Menippos navolging van zijn stadsgenoot Meleager en van Varro, wiens Saturae Menippeae naar hem zijn vernoemd. Ook de Sermones van Horatius en het Satiricon van Petronius ondergingen wellicht zijn invloed en zeker Seneca's Apocolocyntosis. In de tweede eeuw toonde Loukianos zich een openlijk bewonderaar. Hij liet Menippos optreden als personage in zijn satiren, waarin hij onder meer belandt op de Maan en in de onderwereld.