Marssonina brunnea

In de wereld van vandaag is Marssonina brunnea een zeer relevant onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van allerlei soorten individuen. Van de impact ervan op het dagelijks leven tot de impact ervan op de samenleving in het algemeen heeft Marssonina brunnea voortdurend debat gegenereerd en de zoektocht naar innovatieve oplossingen gestimuleerd. Met een multidisciplinaire aanpak probeert dit artikel de verschillende aspecten met betrekking tot Marssonina brunnea te onderzoeken en een alomvattende en bijgewerkte visie op dit onderwerp te bieden. Door de analyse van verschillende casestudies is het doel om de lezer een globale en kritische visie te geven die een beter begrip mogelijk maakt van het belang van Marssonina brunnea in de wereld van vandaag en de mogelijke implicaties ervan voor de toekomst.

Marssonina brunnea
Marssonina brunnea op populier
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Ascomycota
Klasse:Leotiomycetes
Onderklasse:Leotiomycetidae
Orde:Helotiales
Familie:Dermateaceae
Geslacht:Marssonina
Soort
Drepanopeziza punctiformis anam. Marssonina brunnea
(Ell. & Ev.) Magnus (1906[1])
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels
Drepanopeziza punctiformis
Marssonina brunnea op Canadese populier
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Ascomycota
Klasse:Leotiomycetes
Onderklasse:Leotiomycetidae
Orde:Helotiales
Familie:Dermateaceae
Geslacht:Drepanopeziza
Soort
Drepanopeziza punctiformis
Gremmen (1965[2])
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Marssonina brunnea is een bladvlekkenziekte op populier. Met deze naam wordt de ongeslachtelijke fase (het anamorfe of imperfecte stadium) aangeduid. De geslachtelijke fase (het teleomorfe of perfecte stadium) wordt met de naam Drepanopeziza punctiformis aangeduid. Een nat voorjaar of een natte nazomer bevorderen de aantasting.

De schimmel overwintert op het afgevallen blad en op aangetaste scheuten. Op het afgevallen blad worden apotheciën gevormd. De eerste aantasting kan al tijdens nat weer vanaf half mei optreden door ascosporen uit afgevallen bladeren en conidiën uit de het jaar ervoor aangetaste scheuten. Op de aangetaste bladeren ontstaan 1 mm grote, olijfgroene of bruinzwarte vlekken, die geleidelijk aaneensluiten. In het midden van het vlekje worden acervuli met tweecellige conidiën gevormd. De twee cellen zijn ongelijk van grootte, waarbij de plaats van het septum (tussenschot) een belangrijk determinatiekenmerk is. Deze conidiën worden door de regen verspreid naar nieuwe bladeren. Een zware aantasting geeft vervroegde bladval. Ook de bladstelen, jonge scheuten en vrouwelijke katjes kunnen aangetast worden.

  • (es) Foto's
  • (en) Beschrijving met foto's