Dit artikel gaat in op het onderwerp Koninkrijk Kandy, dat grote belangstelling en debat heeft gegenereerd in verschillende kringen van de samenleving. Koninkrijk Kandy is een referentiepunt geworden in de huidige discussie, en de relevantie ervan valt niet te ontkennen in de hedendaagse context. Door middel van een gedetailleerde analyse zullen de verschillende aspecten rond Koninkrijk Kandy worden onderzocht, van de historische oorsprong tot de impact ervan vandaag. De invloed ervan op verschillende gebieden zal worden onderzocht, evenals de implicaties die dit heeft voor verschillende sectoren van de samenleving. Daarnaast zullen verschillende perspectieven en meningen over Koninkrijk Kandy worden gepresenteerd, met als doel een holistische en verrijkende visie op dit zeer relevante onderwerp te bieden.
Lanka | |||||
---|---|---|---|---|---|
| |||||
| |||||
Kaart | |||||
![]() | |||||
Politieke situatie op Ceylon in 1521 | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Kandy | ||||
Talen | Singalees, Tamil |
Kandy was een koninkrijk op Ceylon van 1521 tot en met 1815.
De hoofdstad Kandy van het koninkrijk Kandy ligt 488 meter boven de zeespiegel en werd gesticht door Bhuvanaikabahu VI, die er van 1470-1478 heerste. Hij werd in 1480 opgevolgd door Parakramabahu VII. Deze werd vier jaar later al opgevolgd door Parakramabahu VIII (1484-1508). Kandy was oorspronkelijk een vazalstaat van het koninkrijk Kotte, maar wist in de 16e eeuw onafhankelijkheid te verwerven. Bhuvanaikabahu VII stuurde in 1540 een ambassadeur naar Lissabon, een reis die zeven maanden duurde. Hij werd door de Portugezen vermoord, waarna zij zijn kleinzoon Dharmapala, die inmiddels katholiek was geworden en met een Portugese vrouw was getrouwd, op de troon zetten. Dharmapala (1551-1597) vermaakte per testament zijn koninkrijk in 1580 aan Portugal.
In 1602 kwam Joris van Spilbergen met het eerste schip uit wat nu Nederland is op Ceylon aan en ging met Vimala Dharma Suriya I, de vorst van Kandy, handelsbetrekkingen aan. Ook vroeg de vorst hem om hulp in de strijd tegen de Portugezen. De opvarenden Hans Rempel, een wondheler, en Erasmus Martsberger, een muzikant, werden op het eiland achtergelaten. Volgens Van Spilbergen zou Martsberger nog voor zijn vertrek uit Ceylon zijn aangesteld als de secretaris van de koning van Kandy. Een van Martsbergers taken zou zijn om de koning Nederlands te leren en te bewegen het protestantse geloof aan te nemen.
Een jaar later probeerde Sebald de Weert aan het contact een vervolg te geven maar dat liep uit op onenigheid en de moord op De Weert en een deel van zijn metgezellen. Pas in 1636 vroeg de vorst van Kandy, inmiddels Raja Singha II, de Hollanders opnieuw om de Portugezen van het eiland te verjagen, in ruil voor het monopolie in de handel in kaneel. Ruim twintig jaar later, met de verovering van de laatste twee Portugese forten van Colombo (1656) en Jaffna (1658) waren de laatste Portugezen verdreven en begon een lange periode van bondgenootschap afgewisseld met strijd tussen Kandy en de Verenigde Oostindische Compagnie. Bij de verovering van Kandy in 1765 werden meerdere dure voorwerpen buitgemaakt. Een daarvan was een bronzen sierkanonnetje, dat uiteindelijk in handen kwam van de Nederlandse staat. In juli 2023 werd door de Nederlandse staat besloten het kanonnetje en andere buitgemaakte voorwerpen in oktober dat jaar terug te geven aan Sri Lanka.[1]
In 1796 werd Ceylon veroverd door de Britten, die er in 1802 een kroonkolonie van maakten. Begin negentiende eeuw werd het koninkrijk door hen opgeheven.