In de wereld van vandaag is Kerelslied een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een groot aantal mensen. Sinds de ontdekking ervan tot op de dag van vandaag is Kerelslied het onderwerp geweest van meerdere studies, debatten en wetenschappelijke vooruitgang die hebben bijgedragen aan het uitbreiden van onze kennis over dit onderwerp. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Kerelslied, waarbij we de impact ervan op de samenleving analyseren, de evolutie ervan in de loop van de tijd en de mogelijke implicaties die het heeft voor de toekomst. Vanuit een multidisciplinair perspectief zullen we proberen alles wat Kerelslied te bieden heeft diepgaand te begrijpen, en hoe de invloed ervan zich uitstrekt tot verschillende gebieden van ons dagelijks leven.
Het Kerelslied is Lied 85 van het Gruuthuse-handschrift. De dichter is onbekend. Het is een spotlied op de boerenstand die in de middeleeuwen minachtend met 'keerlen' werd aangeduid door de adel en de stedelijke burgerij. In de Noordelijke Nederlanden stond Floris V bijvoorbeeld bekend als 'der keerlen God' wegens diens sympathie voor de lagere standen, een affront in de ogen van zijn standgenoten.
Al in de eerste verzen van het Kerelslied worden de boeren weggezet als domme, onverzorgde en kwaadaardige veelvraten:
Vertaling: We zullen eens over de boerkes zingen / Ze zijn kwaadaardig / Ze willen de adel naar hun hand zetten / Ze hebben lange baarden / Hun kleren zijn volledig kapot / Een hoedje los op het hoofd / De kaproen zit helemaal scheef / Hun kousen gestopt en hun schoenen gelapt / Wrongel en wei, brood en kaas / Dat eet hij heel de dag / Daarom is de boer zo lamlendig / Hij vreet er meer van dan hij op kan (...)
Het lied moet in de eerste helft van de veertiende eeuw in het graafschap Vlaanderen ontstaan zijn, mogelijk in of kort na 1328, het jaar van de Slag bij Kassel. Met deze operatie werd een grootscheepse boerenopstand in het graafschap neergeslagen en in die zin zou het lied de spreekwoordelijke trap na zijn.