Kasteel van Chenonceau

Uiterlijk naar zijbalk verplaatsen verbergen
Kasteel van Chenonceau
Het Kasteel van Chenonceau
Land Frankrijk
Coördinaten 47° 19′ NB, 1° 4′ OL
Kaart
Kasteel van Chenonceau (Frankrijk)
Kasteel van Chenonceau

Het Kasteel van Chenonceau (Frans: Château de Chenonceau) ligt in de Loirevallei bij de plaats Chenonceaux in het Franse departement Indre-et-Loire, niet ver van Amboise en tussen Blois en Tours. De naam van het kasteel wordt zonder -x geschreven, in tegenstelling tot die van het plaatsje Chenonceaux. Het is een van de kastelen van de Loire.

Het is een van de meest bijzondere kastelen van het Loiregebied omdat het kasteel over het water van de rivier de Cher ligt en het bezienswaardige en goed onderhouden tuinen heeft. Het kasteel is in privébezit en is het hele jaar geopend. Bezoekers kunnen gebruikmaken van een audiotour met een iPod.

Geschiedenis

Tuin van Diane de Poitiers Slaapkamer van Diane de Poitiers Schouw in de kamer van Diane de Poitiers

Het oude kasteel dateert van 1432 en werd gebouwd door Jean II Marques, volgeling van koning Karel VII. Thomas Bohier, secretaris-generaal van Financiën van Frans I, kocht het kasteel in 1513. Bij de dood van Bohier bracht een doorlichting onregelmatigheden aan het licht. Dat was een gelegenheid om forse eisen te stellen aan de nabestaanden van Bohier en alzo het kasteel te claimen in 1535.

Hendrik II erfde het en schonk het kasteel aan zijn maîtresse Diane de Poitiers, hertogin van Valentinois. Na het overlijden van Hendrik in 1559 liet zijn echtgenote Catharina de' Medici Diane uit het kasteel zetten. In ruil daarvoor kreeg Diane het veel kleinere kasteel van Chaumont-sur-Loire. Door deze gebeurtenissen kreeg het kasteel de bijnaam Château des Dames.

Ook een andere dame heeft in het kasteel gewoond, namelijk Louise van Lotharingen. Zij rouwde in het kasteel over haar overleden echtgenoot, koning Hendrik III, die op 1 augustus 1589 was vermoord. Louise nam een aantal religieuzen in huis, en woonde in een zwart vertrek.

Claude Dupin, een Franse financier, kocht het kasteel in 1733 van de hertog van Bourbon. Zijn tweede echtgenote, Louise Dupin, hield er salon en ontving beroemdheden als Voltaire, Fontenelle, Marivaux, Montesquieu, Buffon en Rousseau, die er zijn beroemde boek Émile schreef. Louise Dupin introduceerde ook naar men zegt het verschil in schrijfwijze tussen het kasteel (zonder x) en het dorp Chenonceaux (met x). Tijdens de Franse Revolutie liet zij de kapel binnen het kasteel ombouwen tot houtopslagplaats, waardoor de kapel behouden bleef.

Van 1940 tot 1942 maakte de Cher deel uit van de demarcatielijn, die de grens markeerde tussen het door Duitsland bezette deel van Frankrijk en het onbezette Vichy-Frankrijk. Via het kasteel kon men vanuit de noordzijde het vrije deel van Frankrijk bereiken. Toen dat niet meer mogelijk was, probeerde men de Cher over te zwemmen, zoals Engelandvaarders Jan Kooistra en Jan Steman, of met een vlot over te steken, zoals Engelandvaarder Jan Overvoorde.

Belangrijke gasten

Indeling

Begane grond

1e verdieping

2e verdieping

Toren van de Marques

De toren van de Marques is het laatste restant van de burcht en de versterkte molen van de familie Marques, die voor de bouw van het Château Chenonceau plaats moesten maken.

Kelders

In de kelderruimte van het kasteel bevinden zich de keukens en de eetzaal voor het personeel.

Begane grond

Eerste verdieping

Aan de kamer grenzen, aan de buitenzijde, nog twee aaneengesloten kleine ruimtes met uitzicht op de rivier de Cher.

Tweede verdieping

De galerij

De galerij

Deze 60 meter lange en 6 meter brede ruimte was voor 1576 de brug tussen het kasteel en zijn landgoed. In 1577 werd de brug overdekt met een galerij. Deze galerij werd geopend door Catharina de' Medici. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liet Gaston Menier, op dat moment eigenaar van Château Chenonceau, onder andere in deze ruimte een ziekenhuis bouwen.

De tweede verdieping van de galerij wordt in 2008 gebruikt als expositieruimte voor moderne kunst.

Plattegrond van de tuin en het park van Chenonceau. Links de tuin van Diane, rechts de grotere van Catharina.

Tuinen

Bij het kasteel ligt zowel een tuin die ontworpen is voor Diane de Poitiers, als een voor Catharina de' Medici. Beide tuinen hebben een formeel ontwerp, en zijn van bovenaf, uit het kasteel te bewonderen.

Bij het kasteel hoort een boerderij, die ook fraai gerestaureerd is. Voor eigen gebruik heeft het kasteel een grote moestuin en bloementuin. De bloemen worden gebruikt voor de fraaie bloemstukken in het kasteel, althans dit is het geval in 2008.

In het park bevindt zich ook een labyrint, recent aangelegd op grond van een oud ontwerp, en wat vervallen kariatiden.

Zie ook

Wetenswaardig

Over het kasteel schreef de Amerikaans-Franse schrijfster Marguerite Yourcenar een boek, Ah, mon beau château (1962). De titel is ontleend aan een kinderliedje.

Galerij

Externe links

Mediabestanden