Het volgende artikel gaat in op het onderwerp Kasteel Levendaal, dat de afgelopen jaren de aandacht heeft getrokken van onderzoekers, experts en het grote publiek. Naarmate de samenleving vooruitgaat en voor nieuwe uitdagingen staat, is Kasteel Levendaal een punt van belangstelling en debat geworden vanwege de invloed ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven. Daarom is het relevant om dit onderwerp diepgaand te onderzoeken om het belang, de impact en mogelijke toekomstige implicaties ervan te begrijpen. In dit artikel zullen verschillende aspecten met betrekking tot Kasteel Levendaal worden onderzocht, met als doel een alomvattende en verrijkende visie te bieden die uitnodigt tot reflectie en debat.
Levendaal Laar | ||
---|---|---|
![]() | ||
Huis Levendaal
tekening Jan de Beijer, 1745 | ||
Locatie | Laareind | |
Algemeen | ||
Kasteeltype | versterkt huis | |
Huidige functie | agrarisch | |
Gebouwd in | kort na 1331 | |
Gesloopt in | 1820 | |
Monumentale status | gewaardeerd, niet beschermd Archis:monumentnr 7179 |
Levendaal, oorspronkelijk Laar geheten, is een voormalig kasteel bij Laareind, gemeente Rhenen in de Nederlandse provincie Utrecht.
In 1331 ondertekende Dideric Sobbe een akte waarin hij zijn goed op de Laarsenberg aan de bisschop van Utrecht overdroeg en in leen terug ontving, onder voorwaarde dat hij en zijn rechtsopvolgers geen 'borg of veste' op dit land zouden bouwen zonder toestemming van de bisschop. Kort daarop lijkt hij deze toestemming inderdaad verkregen te hebben.
in 1473 kwam de hofstede in het bezit van Lodewijk van Levendaal.
Omstreeks 1820 werd het kasteel gesloopt.[1]
In de directe omgeving van Levendaal lagen nog andere kastelen: het kasteel Ter Horst, dat sinds de twaalfde eeuw een bisschoppelijk leen was, en kasteel Heimerstein, dat de bisschop in de vijftiende eeuw beleende.
Op de plaats waar het huis Levendaal stond, werd een boerderij gebouwd. Bij deze boerderij bevindt zich een zeer oude linde, bekend als de oude linde van Achterberg. Mogelijk is deze linde al op de prent die Jan de Beijer van het kasteel maakte te zien.[2]