Tegenwoordig is Kalfsvlees een onderwerp van groot belang dat verschillende gebieden van het dagelijks leven bestrijkt. Van de impact ervan op de samenleving tot de invloed ervan op de economie: Kalfsvlees is een onderwerp dat de belangstelling heeft gewekt van zowel experts als burgers. Met de vooruitgang van de technologie en de mondialisering is Kalfsvlees een alomtegenwoordig probleem geworden dat niet alleen één land of regio treft, maar ook mondiale gevolgen heeft. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Kalfsvlees, van de oorsprong ervan tot de projectie ervan in de toekomst, met als doel het belang en de impact ervan vandaag de dag te begrijpen.
Kalfsvlees is consumptievlees afkomstig van jonge runderen tot 12 maanden oud.[1]
Sinds juli 2008 is de definitie van kalfsvlees op basis van Europese regelgeving officieel als volgt vastgesteld. In Nederland en de Europese Unie wordt vlees van runderen onder de twaalf maanden ingedeeld in twee categorieën. Categorie V en categorie Z. Categorie V betreft vlees afkomstig van runderen jonger dan acht maanden. Categorie Z betreft vlees afkomstig van runderen tussen acht en twaalf maanden. In Nederland moet het vlees uit categorie V verkocht worden als 'kalfsvlees' en vlees uit categorie Z als 'rose kalfsvlees'.[2] In België en Duitsland moet categorie Z als jong rundvlees worden verkocht.
In de melkveehouderij moet een koe met regelmaat een kalf werpen zodat zij melk blijft geven. Deze kalveren zijn zowel van het mannelijk als van het vrouwelijke geslacht. Een deel van de vrouwelijke kalveren zijn bruikbaar in de melkveehouderij. De meeste kalveren worden gemest als vleeskalveren en na 6-8 maanden geslacht.
Ruim negentig procent van het Nederlandse kalfsvlees wordt geëxporteerd, hiervan ging in 2012 80% naar Italië, Duitsland en Frankrijk. Nederland is daarmee wereldwijd de grootste exporteur. In Nederland wordt jaarlijks per hoofd van de bevolking slechts 1,5 kg kalfsvlees gegeten op een totale vleesconsumptie van 84 kg per jaar.[3] Er is ook kalfsvlees met het Beter Leven-keurmerk. Veel vlees dat geëxporteerd wordt is licht van kleur, omdat daar een voorkeur voor bestaat in de landen die het vlees importeren. De belangrijkste producenten in de Europese Unie zijn Frankrijk, Nederland, Italië, België en Duitsland.
Culinair gezien kenmerkt kalfsvlees zich als mager en mals.