Itterbeek (rivier)

Tegenwoordig is Itterbeek (rivier) een onderwerp dat grote belangstelling en debat in de samenleving oproept. Met de vooruitgang van de technologie en de mondialisering is var1 een cruciaal onderdeel geworden van het dagelijks leven van mensen. Of het nu op de werkvloer, op persoonlijk vlak of in de academische wereld is, Itterbeek (rivier) is erin geslaagd een aanzienlijke invloed te hebben op alle aspecten van het moderne leven. Daarom is het belangrijk om de impact die Itterbeek (rivier) heeft op ons dagelijks leven, gedetailleerd en objectief te analyseren, evenals de implicaties ervan op de korte, middellange en lange termijn. In dit artikel zullen verschillende perspectieven en meningen over Itterbeek (rivier) worden onderzocht, om de lezer een brede en complete visie te geven op dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is.

De Itterbeek in het Itterdal

De Itterbeek is een zijrivier van de Maas die stroomt door de provincies Belgisch- en Nederlands-Limburg. Ze heeft een lengte van ca. 30 km en een verval van ca. 45 m. Tot 1950 staat ze plaatselijk ook wel bekend als Molenbeek (te Gruitrode), Tongerlose Beek (te Kinrooi) en Laak (te Kessenich en Neeritter). In Thorn is er een korte zijarm langsheen het dorpscentrum: de Thornerbeek.

Verloop

De Itterbeek ontspringt op het Kempens Plateau bij het gehucht Ophoven. Even loopt ze door de slotgracht van de Commanderij van Gruitrode. Vóór Opitter stroomt ze de lagere Vlakte van Bocholt binnen. Hier komt ze voorbij de dorpskernen van Opitter (zie het Itterdal), Tongerlo en Kinrooi. Op de halve cirkel rond Kessenich vormt ze meermaals de Belgisch-Nederlandse grens. Het Belgische gedeelte is bepalend voor twee natuurgebieden: het Itterdal en het Vijverbroek.

Vóór Thorn is er een splitsing. De Itterbeek/Oude Beek stroomt naar het zuiden, de Thornerbeek naar het noorden. In het gebied 'de Grote Hegge' komen de Itterbeek en de Thornerbeek weer samen. De rivier mondt vervolgens uit in de jachthaven van Wessem. In geval van hoogwater op de Maas wordt het water weggeleid via twee andere waterlopen: de Panheelderbeek en de Sleijbeek. In dat geval belandt het water in het benedenpand van Sluis Linne.

Belangrijkste zijstromen

Watermolens

Tot 1900 vond men langs de beek een groot aantal watermolens, waarvan de meeste tegenwoordig nog bestaan.

Zie ook