In dit artikel wordt Ingeborg van Zweden de centrale analyse-as, waarbij de impact ervan op verschillende gebieden van het dagelijks leven wordt onderzocht. Van de invloed ervan op de hedendaagse samenleving tot de relevantie ervan op specifieke gebieden zoals onderwijs, politiek, economie of cultuur: we proberen de verschillende facetten die var1 omvat te ontrafelen. Door middel van een gedetailleerde analyse en een kritisch perspectief is het de bedoeling de lezer een brede en veelzijdige visie op Ingeborg van Zweden te bieden, waarbij zowel de positieve aspecten als de uitdagingen en tegenstrijdigheden ervan worden benadrukt. Dit artikel heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het debat en de kennis over Ingeborg van Zweden, en de ruimte te openen voor reflectie en de uitwisseling van ideeën.
Ingeborg van Zweden | ||
---|---|---|
1279-1319 | ||
![]() | ||
Koningin-gemaal van Denemarken | ||
Periode | 1296-1319 | |
Voorganger | Agnes van Brandenburg | |
Opvolger | Euphemia van Pommeren | |
Vader | Magnus I van Zweden | |
Moeder | Helvig van Holstein |
Ingeborg van Zweden (1279 - 15 augustus 1319) was een dochter van Magnus I van Zweden en van Helvig van Holstein. Zij trouwde in 1296 met Erik VI van Denemarken. Ingeborg baarde acht zonen, die echter allen jong overleden, en had zes miskramen.
In 1318 beviel Ingeborg van een zoon, die bleef leven: ze liet hem vanuit haar koets aan het grote publiek zien. Ze verloor echter haar grip en de jongen viel, brak zijn nek en overleed. Na deze gebeurtenis trad zij toe tot het klooster van Roskilde. Volgens de ene bron werd zij hier door haar man toe gedwongen, volgens een andere bron deed zij het uit eigen beweging uit verdriet om haar omgekomen broers Eric en Valdemar.
In 1319 voorspelde zij haar eigen dood, die van haar man en van de aartsbisschop. Niet veel overleed zij enkele maanden voor haar echtgenoot.