Honkbal op de Olympische Zomerspelen
In de wereld van vandaag is Honkbal op de Olympische Zomerspelen een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed publiek. De impact ervan overstijgt de grenzen en bestrijkt verschillende aspecten van het dagelijks leven, van gezondheid tot economie, inclusief technologie en cultuur. _Var1 heeft de aandacht getrokken van academici, wetenschappers, zakenmensen, activisten en het grote publiek, en heeft allerlei soorten debatten, onderzoeken en acties voortgebracht. De invloed ervan valt niet te ontkennen en de studie ervan is cruciaal om de wereld waarin we leven beter te begrijpen. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Honkbal op de Olympische Zomerspelen en het belang ervan in onze huidige samenleving verkennen, de impact ervan op mondiaal niveau analyseren en nadenken over de mogelijke toekomstige implicaties ervan.
Honkbal is een van de sporten die in teamverband op de Olympische Zomerspelen worden beoefend. Deze sport wordt alleen door mannen op de Olympische Spelen beoefend, met als tegenhanger softbal bij de vrouwen.
Honkbal was zeven keer een demonstratiesport die voor het eerst werd opgenomen als volwaardige medaillesport op de Spelen van 1992. Op de Spelen van 2008 stond honkbal voor het laatst op het programma.
Op 11 juli 2005 besloot het Internationaal Olympisch Comité (IOC) na een stemming om honkbal en softbal van het olympische programma in 2012 te verwijderen en deze werden op deze manier de eerste sporten die werden geëlimineerd sinds de Zomerspelen van 1936 toen polo werd geschrapt.[1] Het verdwijnen van de twee sporten van het olympisch programma werd niet door het IOC opgevuld met andere sporten. Dit bood de kans voor de beide sporten om weer op het programma van de Zomerspelen terug te keren indien bij een herstemming voldoende voorstemmen werden verkregen. Dit besluit werd genomen op een vergadering van het IOC op 9 februari 2006.[2] Op 3 augustus 2016 maakte het IOC bekend dat honkbal (en softbal) in 2021 terugkeren op het olympische programma.[3]
Onderdelen
| Onderdeel | 96-08 | 12 | 20-32 | 36 | 48 | 52 | 56 | 60 | 64 | 68-80 | 84 | 88 | 92 | 96 | 00 | 04 | 08 | 12-16 | 20 | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Mannen | d | d | d | d | d | d | d | • | • | • | • | • | • | |||||||
| Totaal | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 6 |
Medailles
Zie Lijst van olympische medaillewinnaars honkbal voor het hoofdartikel over dit onderwerp.Landenteams
.svg){kind=small}
.svg){kind=small}
Medaillespiegel
N.B. Medaillespiegel is bijgewerkt tot en met de Olympische Spelen van 2020.
| Plaats | Land | NOC |  Goud
|
 Zilver
|
 Brons
|
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 1 |  Cuba |
CUB | 3 | 2 | 0 | 5 |
| 2 |  Japan |
JPN | 1 | 1 | 2 | 4 |
 Verenigde Staten |
USA | 1 | 1 | 2 | 4 | |
| 4 |  Zuid-Korea |
KOR | 1 | 0 | 1 | 2 |
| 5 |  Australië |
AUS | 0 | 1 | 0 | 1 |
 Chinees Taipei |
TPE | 0 | 1 | 0 | 1 | |
| 7 |  Dominicaanse Republiek |
DOM | 0 | 0 | 1 | 1 |
| Totaal | 6 | 6 | 6 | 18 | ||
Meervoudige medaillewinnaars (individueel)
De ”succesvolste honkballer” is de Cubaan Pedro Luis Lazo met twee gouden en twee zilveren medailles.
| # | Olympiër | Land | Jaren | Medailles |
|---|---|---|---|---|
| 1 | Pedro Luis Lazo | |
1996, 2000, 2004, 2008 |  
|
| 2 | Omar Ajete Orestes Kindelán Omar Linares Antonio Pacheco Luis Ulacia |
|
1992, 1996, 2000 |
|
| ” | Antonio Scull | |
1996, 2000, 2004 |
|
| ” | Eduardo Paret | |
1996, 2004, 2008 |
|
| 9 | José Estrada González Alberto Hernández Juan Padilla Lázaro Vargas |
|
1992, 1996 |
|
| 13 | Ariel Pestano Norge Luis Vera |
|
2000, 2004, 2008 |
|
· 
· 
· · - Official Olympic Reports
- International Olympic Committee results database
- Honkbal op www.sports-reference.com
- ↑ Singapore 2005: 2012 Olympic Sport Vote. International Olympic Committee. Geraadpleegd op 18 maart 2007.
- ↑ Olympic programme for London 2012 confirmed. The Movement. International Olympic Committee. Geraadpleegd op 18 maart 2007.
- ↑ IOC approves five new sports for Olympic Games Tokyo 2020. International Olympic Committee. Geraadpleegd op 3 augustus 2016.