Een hogel is een gebeeldhouwd gotisch ornament in de vorm van een bloem, knop, omgekruld blad of kruisbloem, ter versiering van pinakels of daklijsten van een gebouw in gotische of neogotische stijl.
Het woord hogel is waarschijnlijk afkomstig van het oud-Nederlandse heugel, een platte ijzeren greep met tanden of gaten, waaraan het hangijzer of een ketel naar believen hoger of lager boven het vuur gehangen kan worden. Een serie hogels op een pinakel heeft wel wat weg van een heugel.
Hogels zijn naar type onder te verdelen in
Onderdelen kruiskerk: | apsis · chevet · crypte · doksaal · doopkapel · hoogkoor · kerktoren · kloostergang · kooromgang · koorsluiting · kruising · narthex · oksaal · pandhof · priesterkoor · schip · spits · straalkapel · transept · vieringtoren · westwerk · zijbeuken · zijkapel |
Bouwkundige onderdelen: | arcade · beuk · boog · kapiteel · koepel · kraagsteen · kruispijler · lichtbeuk · luchtboog · luchtboogstoel · pijler · scheiboog · steunbeer · travee · triforium · ui · zadeldak · zuil |
Gewelfvormen: | koepelgewelf · kruisgewelf · kruisribgewelf · netgewelf · spitstongewelf · stergewelf · straalgewelf · tongewelf · waaiergewelf |
Onderdelen gewelf: | diagonaalrib · gewelfschotel · gewelfsleutel · gordelboog · lierne · muraalboog · sluitring · sluitsteen · tierceron |
Decoratieve onderdelen: | archivolt · baldakijn · communiebank · dakruiter · frontaal · gebrandschilderd glas · glas in lood · hogel · koorhek · kruisbloem · lantaarn · maaswerk · pinakel · register · roosvenster · timpaan · waterspuwer · zwik |