In de wereld van vandaag is High-density-lipoproteïne een onderwerp dat de afgelopen decennia aan grote relevantie heeft gewonnen. Van de impact ervan op de samenleving tot de invloed ervan op de politiek en de economie: High-density-lipoproteïne heeft wereldwijd tot grote discussies geleid. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten die verband houden met High-density-lipoproteïne diepgaand analyseren, vanaf de oorsprong tot de huidige situatie, inclusief de impact ervan op het dagelijks leven van mensen. Daarnaast zullen we de verschillende perspectieven en meningen verkennen die er rond High-density-lipoproteïne bestaan, met als doel een volledige en objectieve visie te bieden op dit onderwerp dat vandaag zo relevant is.
High-density-lipoproteïne (HDL) is een van de lipoproteïnen (chylomicron, VLDL, IDL, LDL, HDL) die vettransport mogelijk maken in de waterige omgeving van de bloedsomloop. Bij gezonde personen is ongeveer 30% van het totale bloedcholesterol gebonden aan HDL.[1]
Het HDL-lipoproteïne wordt gevormd in de lever en in mindere mate de darm. Het HDL-lipoproteïne kan cholesterol opnemen uit de weefsels. Er wordt verondersteld dat HDL cholesterol atherosclerose kan verwijderen uit de slagaders. Het HDL-cholesterol wordt vervolgens naar de lever getransporteerd voor excretie of hergebruik (of naar andere lipoproteïnen). Omwille van deze eigenschap wordt HDL-gebonden cholesterol (HDL-C) ook wel het goede cholesterol genoemd. Een hoge HDL-C-waarde lijkt bescherming te bieden tegen hart- en vaatziekten. Lage waardes (minder dan 1 mmol/l), ook wel hypoalfalipoproteinemie genoemd, verhogen daarentegen het risico op hartlijden.[1]
Van alle lipoproteïnepartikels is HDL het kleinste. Deze lipoproteïnepartikels bevatten vetten, fosfolipiden en apolipoproteïnen. HDL heeft de grootste dichtheid (high density) omdat ze verhoudingsgewijs het meeste eiwit bevatten (en minder vetten, die een lagere dichtheid hebben) in tegenstelling tot andere lipoproteïnepartikels. HDL bestaat voornamelijk uit apolipoproteïne A-I (apoA-I) en apolipoproteïne A-II (apoA-II).[2] HDL (evenals andere lipoproteïnen) wordt door de lever gesynthetiseerd als een complex van apolipoproteïnen (apoA-I en apoA-II) en fosfolipiden. Dit complex is in staat om cholesterol op te pikken en weg te voeren. Van belang hierbij is ABCA1 (= ATP Binding Cassette Transporter A1). In het plasma komt het enzym LCAT (lecithine-cholesterol-acyltransferase) voor dat vrij cholesterol omzet in cholesterylester (een meer hydrofobe vorm van cholesterol). Dit cholesterylester wordt in de kern van het lipoproteïnepartikel HDL opgenomen. Het HDL-partikel wordt hierdoor groter en bolvormiger.
Het opgenomen cholesterol wordt door HDL voornamelijk afgeleverd aan de lever. Daarnaast wordt het cholesterol ook afgegeven aan de organen die verantwoordelijk zijn voor de productie van steroïdhormonen (de bijnieren, ovaria en de testes. De afgifte gebeurt zowel via een directe als een (belangrijkere) indirecte weg:
Het cholesterol dat afgeleverd wordt aan de lever wordt uitgescheiden in de vorm van galzouten. Het cholesterol dat afgeleverd wordt aan de bijnierschors, ovaria en testes is belangrijk voor de productie van steroïdhormonen.