In dit artikel wordt Het gebed van Manasse de centrale analyse-as, waarbij de impact ervan op verschillende gebieden van het dagelijks leven wordt onderzocht. Van de invloed ervan op de hedendaagse samenleving tot de relevantie ervan op specifieke gebieden zoals onderwijs, politiek, economie of cultuur: we proberen de verschillende facetten die var1 omvat te ontrafelen. Door middel van een gedetailleerde analyse en een kritisch perspectief is het de bedoeling de lezer een brede en veelzijdige visie op Het gebed van Manasse te bieden, waarbij zowel de positieve aspecten als de uitdagingen en tegenstrijdigheden ervan worden benadrukt. Dit artikel heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het debat en de kennis over Het gebed van Manasse, en de ruimte te openen voor reflectie en de uitwisseling van ideeën.
Het gebed van Manasse is een van de, door zowel joden, rooms-katholieken als protestanten als apocrief beschouwde boeken die voorkomt in bepaalde edities van de Griekse Septuagint en als een bijlage in de Latijnse Vulgaat. Hiëronymus voegde het als bijlage aan de Vulgaat toe omdat "het anders verloren gaat". In sommige edities van de Septuagint vormt het een deel van het eveneens apocriefe boek Oden en wordt geaccepteerd als deutero-canoniek boek door sommige Oosters Orthodoxe christenen. Maar het komt niet voor in de moderne gedrukte Griekse bijbels, ongeacht of deze bijbels in antiek of modern Grieks zijn vertaald. In de Ethiopische bijbel is het gebed opgenomen in het Bijbelboek II Kronieken.
Het gebed van Manasse wordt gezongen in de completen van de Oosters-orthodoxe liturgie.
Dit korte gebed van slechts 14 of 15 verzen is een smeekbede, toegeschreven aan de Judese koning Manasse. Deze koning wordt in de Bijbel genoemd als een van de grootste afgodendienaars van alle Judese koningen (2 Koningen 21-1-18). Nadat hij echter krijgsgevangen genomen is door de Assyriërs, bidt hij God om vergeving (2 Kronieken 33:10-17) en wordt weer in genade aangenomen. [1]