Het onderwerp Gerarda Rueter is ongetwijfeld een van de meest relevante van vandaag. Dit is een onderwerp dat een grote impact heeft gehad op de samenleving en op verschillende terreinen tot een breed debat heeft geleid. Gerarda Rueter heeft de belangstelling gewekt van experts, academici, politici en gewone burgers, die de implicaties ervan proberen te begrijpen en grondig te analyseren. In dit artikel zullen we de verschillende perspectieven en meningen over Gerarda Rueter onderzoeken, evenals de impact ervan op verschillende sectoren. Vanaf het begin tot aan de toekomstige projectie vertegenwoordigt Gerarda Rueter een onderwerp van groot belang dat het verdient om op een gedetailleerde en kritische manier te worden behandeld.
Gerarda Rueter of Meik Rueter (Sloterdijk, 2 juli 1904 – Amsterdam, 23 november 1993) was een Nederlandse beeldhouwer.
Gerarda Rueter was een dochter van het kunstenaarsechtpaar Georg Rueter en Gerarda de Lang.[1] Zij was een zus van de kunstenaars Maria Hofker-Rueter en Pam Rueter. Zij bezocht de Kunstambachtschool voor meisjes en van 1921 tot 1924 volgde zij lessen van Kees Oosschot en Jan Uri aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Zij deed in 1924 met succes toelatingsexamen en studeerde van 1924 tot 1930 beeldhouwkunst bij onder anderen Jan Bronner en Joseph Mendes da Costa aan de Amsterdamse Rijksakademie van beeldende kunsten. In 1929 won zij de zilveren medaille van de Prix de Rome voor beeldhouwkunst. In de jaren 50 was zij lid van De Zeester, een groep van Nederlandse kunstenaressen.
Rueter werkte met de materialen brons, gips, steen, hout en terracotta aan figuurvoorstellingen, portretten en reliëfs voor particuliere verzamelaars (onder andere Waternimf met jongeman en musicerende engel[2]) en aan monumentale kunst voor de openbare ruimte.