In dit artikel zullen we het onderwerp Genconstruct vanuit verschillende perspectieven onderzoeken met als doel het belang ervan in de huidige samenleving te analyseren en te begrijpen. Genconstruct is tegenwoordig een onderwerp van groot belang, omdat het van invloed is op talrijke aspecten van het dagelijks leven en een fundamentele rol speelt in de persoonlijke, professionele en sociale ontwikkeling. Door middel van een gedetailleerde analyse zullen we de verschillende facetten van Genconstruct behandelen, waarbij we de implicaties, uitdagingen en kansen ervan onderzoeken. Op dezelfde manier zullen we ons verdiepen in onderzoek en studies die een dieper inzicht bieden in Genconstruct en de invloed ervan in verschillende contexten. We hopen dat dit artikel een verrijkend en stimulerend perspectief biedt op Genconstruct, en het debat en reflectie over dit zeer relevante onderwerp aanmoedigt.
Een genconstruct is een door de mens gemaakte combinatie van een gen of meerdere genen met een promotor. Opdat het organisme het eiwit voortdurend zou aanmaken is eventuele repressie op promotorniveau geïnhibeerd en wordt een sterke promotor ingebouwd. Omdat maar een klein aantal cellen het genconstruct in hun genoom opnemen was het belangrijk dat het genconstruct ook een merkergen bevat. Met behulp van dit merkergen kunnen de veranderde cellen opgespoord worden. In het verleden gaf dit merkergen vaak resistentie tegen een antibioticum, maar dit type merkergen is niet langer courant. Het meest gebruikte was het npt II merkergen dat resistentie geeft tegen neomycine en kanamycine. Tegenwoordig zijn er technieken die het toepassen van een merkergen niet meer nodig maken.
Een genconstruct kan gemaakt worden van soorteigen genen, maar ook van genen uit verschillende soorten. In het laatste geval wordt vaak gesproken van recombinant DNA. Een gen uit het ene organisme zal niet werken in het andere organisme tenzij er een promotor aan zit die het andere organisme herkent. Hiervoor worden vaak virale promotors gebruikt.
Het gen in een genconstruct kan uit een ander organisme gehaald worden, maar kan ook kunstmatig gemaakt worden. Zo bestaan kunstmatige plasmiden met een multi cloning site (MCS), waar er specifieke knipplaatsen voor restrictie-enzymen gemaakt zijn, zodat inbrengen van stukken vreemd DNA gemakkelijk kan.
Een probleem bij deze techniek is dat de werking vaak na een poosje ophoudt. Er wordt dan van 'silencing' (stil worden) gesproken. Ook wordt vaak niet voldoende van het bepaalde eiwit aangemaakt, zodat de concentratie in de plant te laag blijft.
Het genconstruct kan bij dieren in embryonale cellen geïnjecteerd worden middels een micro-injectie of door infectie met een gemodificeerd virus. In sommige cellen zal het genconstruct opgenomen worden in het genoom.
Bij planten zijn er drie manieren om een genconstruct in te bouwen:
Enkele toepassingen zijn: