In de wereld van vandaag is Frans Schokking een onderwerp dat de aandacht van veel mensen heeft getrokken. Of het nu vanwege de relevantie ervan in de huidige samenleving, de impact ervan op het dagelijks leven van mensen, of het belang ervan in de geschiedenis is, Frans Schokking is een onderwerp dat het verdient om diepgaand onderzocht te worden. In dit artikel duiken we in de verschillende facetten die Frans Schokking omvat, van de oorsprong tot de implicaties ervan in de moderne wereld. We zullen ontdekken hoe Frans Schokking in de loop van de tijd is geëvolueerd en hoe het ons leven vandaag de dag nog steeds beïnvloedt. Zonder twijfel is Frans Schokking een onderwerp dat interesse en reflectie blijft genereren, en met dit artikel hopen we licht te werpen op het belang en de relevantie ervan in de huidige samenleving.
Frans Schokking | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Burgemeester Schokking in 1952
| ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | François Marie Anne (Frans) Schokking | |||
Geboren | 5 mei 1908 | |||
Overleden | 1 augustus 1990 | |||
Partij | CHU | |||
Titulatuur | mr. | |||
|
François Marie Anne (Frans) Schokking (Dordrecht, 5 mei 1908 – 's-Gravenhage, 1 augustus 1990) was een Nederlands ambtenaar en bestuurder.
Schokking gaf in 1942 als burgemeester van Hazerswoude aan een betrouwbare veldwachter de opdracht te onderzoeken of de Joodse familie Pinto echte onderduikers waren; de familie zou als dat het geval was in de gelegenheid worden gesteld te vluchten. Schokking vermoedde dat een eerder verzoek van Pinto om in Hazerswoude te mogen blijven een provocatie was geweest. Omdat de agent werd vergezeld door een 'onbetrouwbare' collega, werd de familie Pinto opgepakt; het gezin kwam later om (de vader in Nederland, de moeder en dochter in Auschwitz). Schokking herbergde zelf tijdens de oorlog verscheidene onderduikers.
Het optreden van Schokking ten aanzien van de familie Pinto werd na de oorlog door drie zuiveringscommissies niet veroordeeld.
In 1955 werd de affaire-Pinto door het Haagsch Dagblad opnieuw aan de orde gesteld. Na een onderzoek door een commissie-Donner en een Tweede-Kamerdebat werd geoordeeld dat Schokking kon aanblijven als burgemeester van Den Haag. Schokking nam in juli 1956 echter vrijwillig ontslag. Henk Hofland zou de kwestie later in Tegels lichten (1972) omschrijven als "de eerste moderne, naoorlogse slag om de aard van het gezag in Nederland", waarbij het naar zijn oordeel al snel niet meer ging om de persoon van de burgemeester maar om het breken van "de geslotenheid van een traditionele hiërarchie".[1]
Frans Schokking was de zoon van Adriana Metelerkamp en Jan Schokking, CHU-Kamerlid en kortstondig minister van Justitie. Hij was een kleinzoon van Carel Philip Metelerkamp, waarnemend burgemeester van Wormerveer.
Voorganger: J. Brunt |
Burgemeester van 's-Gravenzande 1938-1942 |
Opvolger: E.G. Bisschop |
Voorganger: A. Warnaar |
Burgemeester van Hazerswoude 1942-1945 |
Opvolger: A. Warnaar |
Voorganger: H.A.J. Ipenburg |
Burgemeester van 's-Gravenzande 1945-1946 |
Opvolger: H.B.N. Mumsen |
Voorganger: F.A. Helmstrijd |
Burgemeester van Alphen aan den Rijn 1946-1949 |
Opvolger: E.C. Witschey |
Voorganger: W.A.J. Visser |
Burgemeester van Den Haag 1949-1956 |
Opvolger: H.A.M.T. Kolfschoten |