Floris van Borselen (kastelein)

Dit artikel gaat in op het onderwerp Floris van Borselen (kastelein), dat grote belangstelling heeft gewekt vanwege de relevantie ervan vandaag de dag. Floris van Borselen (kastelein) is een onderwerp dat de interesse van veel mensen op verschillende gebieden heeft gewekt, zowel op persoonlijk, academisch, professioneel als sociaal gebied. In de loop der jaren is Floris van Borselen (kastelein) steeds belangrijker en relevanter geworden, waardoor debatten, onderzoek en reflecties over de impact en gevolgen ervan in onze samenleving zijn voortgekomen. In deze zin is het essentieel om de verschillende aspecten rond Floris van Borselen (kastelein) te analyseren en te begrijpen, vanaf de oorsprong tot de evolutie ervan vandaag de dag, om een ​​brede en volledige visie op dit zeer relevante onderwerp te bieden.

Floris van Borselen
-1368
Heer van Sint-Maartensdijk
Periode 1354-1368
Voorganger "nieuwe creatie"
Opvolger Frank van Borselen
Vader Klaas I van Borselen
Moeder Jenne of Johanna van Zevenbergen
Dynastie Van Borselen

Floris van Borselen (Latijn: "Florens de Bersalia", overleden in 1368) was heer van Sint-Maartensdijk, wat toen nog bekend stond als het land van Haestinge, zegelbewaarder voor de graaf van Zeeland (1353) en kastelein van Heusden (1357-59).

Levensloop

Hij was een zoon van Nicolaas of Klaas I van Borselen, heer van Brigdamme en een kleinzoon van Wolfert I van Borselen. Hij wordt voor het eerst genoemd in een charter op 2 september 1351 in de Zeeuwse raad van de graaf van Zeeland, hij dankt deze positie aan zijn invloedrijke vader die hij spoedig zou opvolgen. Tussen 12 februari 1353 en 26 juli 1353 bekleedt hij de functie van "Groot zegelaar" van Willem V van Holland, maar legt deze functie hetzelfde jaar weer neer. Op 10 januari 1354 koopt hij circa 16 hectare grond over van Willem V van Holland en beschikt dan over het land van Haestinghe met bijbehorende "stenen huis" dat voorheen van Gheront van Overbodenen was.[1] In 1357 was hij een van de voornaamste raadsleden en adviseurs van Willem V en bemiddelde in de Brabantse Successieoorlog (1356-57). Hij werd beloond voor zijn hulp met tolvrijheid voor de bewoners van Haestinge en kreeg op 28 oktober 1357 het levenslange bezit van kastelein over het Land van Heusden.[2][3]

Nadat Willem V "krankzinnig" was verklaard werd Albrecht van Beieren tot plaatsvervanger (ruwaard) benoemd als graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. In 1358 ontstond er een nieuwe "Kabeljauwse opstand" en Albrecht van Beieren verdacht Machteld van Voorne en Floris van Borselen ervan als aanstichters van deze opstand, ondanks dat de Zeeuwse adel nooit officieel een partij keuze hadden gemaakt in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Van Borselen zou onder andere achter een moordaanslag hebben gezeten van een abt in Middelburg in april 1358. Op bevel van Albrecht volgde er een Beleg van Heusden om Floris van Borselen te laten capituleren en de zegelring van Willem van Holland terug te krijgen.[4] Van Borselen gaf zich op 20 februari 1359 over en mocht zonder zware straffen terug keren naar Zeeland waar hij in 1368 overleed. Omdat Floris geen kinderen had volgde zijn broer Frank van Borselen hem op in zijn bezittingen in Sint-Maartensdijk.