Droge naald is een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van miljoenen mensen over de hele wereld. Met zijn wortels diep verankerd in de geschiedenis en zijn blijvende impact op de hedendaagse samenleving, is Droge naald een onderwerp dat interesse en debat blijft genereren. Vanaf het begin tot aan de relevantie ervan vandaag de dag heeft Droge naald een onuitwisbare stempel op de wereld gedrukt en blijft het een onderwerp van studie en onderzoek in verschillende disciplines. In dit artikel zullen we de impact en het belang van Droge naald grondig onderzoeken, waarbij we de invloed ervan in het verleden, het heden en de toekomst analyseren.
Een droge naald is een diepdruktechniek uit de prentkunst waarbij men, doorgaans door middel van fijne, staalharde etsnaalden, een tekening krast in een plaat. Vroeger was die plaat meestal van koper; tegenwoordig wordt ook zink of kunststof gebruikt. Wanneer men in een etsplaat krast, ontstaat er een braam, waaronder zich ook inkt hecht. Hierdoor ontstaat bij het afdrukken een ietwat fluweelachtige lijn, die typerend is voor de drogenaaldtechniek.
Na het tekenen wrijft men de plaat in met drukinkt. Daarna wordt de plaat afgeslagen: de inkt wordt voorzichtig verwijderd met gaas of met de handpalm, tot er uitsluitend in de groeven inkt blijft zitten. Vervolgens ⟨worden de krassen die door de droge naald in de plaat zijn gemaakt en met inkt zijn gevuld⟩ door middel van een etspers afgedrukt op bevochtigd papier. Het papier is flexibel geworden door het invochten – denk aan papier-maché – en nu wordt onder de hoge druk van de etspers het vilt tegen het papier gedrukt, dat weer in de groef wordt geperst. In de groef zit (vette) inkt en door de hoge druk gaat die een synthese aan met het papier.
Een drogenaald-etsplaat kan, in tegenstelling tot een ets, slechts in beperkte oplage gedrukt worden, ongeveer vijftien exemplaren, doordat bij iedere drukgang de kenmerkende braam steeds meer platgedrukt wordt. Om die reden is de droge naald niet geschikt voor hoge oplages. Wel is het goed mogelijk om met een verstaalde koperplaat[1] dit slijtageproces aanzienlijk te rekken. Een oplage van honderd of meer is dan mogelijk.
De beroemde etsers van de zeventiende eeuw hebben al met de droge naald bepaalde delen in hun koperplaten opgewerkt en gecorrigeerd. Als afzonderlijke artistieke werkwijze werd de droge naald vaker beoefend tegen het einde van de negentiende eeuw, bijvoorbeeld door James McNeill Whistler en Auguste Rodin.
In Engeland noemt men de techniek drypoint, in Frankrijk pointe sèche en in Duitsland Kaltnadelradierung.