Dorisch (toonladder)

In dit artikel gaan we dieper in op het onderwerp Dorisch (toonladder). Vanaf de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag de dag zullen we alle aspecten die verband houden met Dorisch (toonladder) onder het vergrootglas leggen. Ons doel is om onze lezers een compleet en gedetailleerd beeld van dit onderwerp te bieden, waarbij we waardevolle informatie verstrekken waarmee ze het belang en de impact ervan op verschillende gebieden beter kunnen begrijpen. Door middel van een uitgebreide analyse en de presentatie van relevante gegevens gaan we ons verdiepen in Dorisch (toonladder) om de implicaties en reikwijdte ervan in verschillende contexten te ontrafelen. Zonder twijfel is Dorisch (toonladder) een zeer relevant onderwerp dat zorgvuldig onderzoek verdient, en dat is precies wat we op de volgende pagina's zullen doen. Dus bereid je voor op een fascinerende reis door Dorisch (toonladder).

De naam dorisch wordt gebruikt om een bepaalde toonladder aan te duiden. De dorische modus is de kerktoonladder die opgebouwd is als de reeks stamtonen D-E-F-G-A-B-C, met de toonafstanden

D - 1 - E - ½ - F - 1 - G - 1 - A - 1 - B - ½ - C - 1 - D

Kenmerkend voor de dorische toonladder is de grote sext (dorische sext).

Voorbeelden van melodieën die deze toonladder gebruiken zijn het begin van What shall we do with the drunken sailor, Greensleeves en Scarborough fair. Enkele voorbeelden van jazzcomposities in dorische modus zijn Maiden Voyage van Herbie Hancock en So What van Miles Davis.

Deze modus is gebaseerd op de Dorische modus uit tonica re die men in de middeleeuwse Kerk gebruikte voor het gregoriaans. Johan Onvlee is een Nederlands musicus die zijn bekendheid vooral dankt aan zijn cd's in de Dorische toonladder.

Voorbeelden van dorische toonladders

D dorisch

\relative d' { \override Score.TimeSignature #'stencil = ##f \cadenzaOn d e f g a b c d }

C dorisch

\relative c' { \key c \dorian \override Score.TimeSignature #'stencil = ##f \cadenzaOn c d es f g a bes c }

De Dorische van Bach

BWV 538, een orgelstuk van Johann Sebastian Bach is lange tijd dorisch genoemd, omdat het stuk begint met een D en er aan het begin geen voortekening staat, maar is bij nader inzien niet in deze toonladder geschreven, maar in d-mineur.