In het artikel van vandaag zullen we Diporiphora verkennen, een concept dat de laatste tijd veel belangstelling heeft gewekt. Naarmate de samenleving evolueert, is Diporiphora een relevant onderwerp geworden dat verschillende gebieden bestrijkt, van technologie tot psychologie. In deze uitgebreide studie zullen de verschillende aspecten van Diporiphora, de impact ervan op het dagelijks leven van mensen en de relevantie ervan in het huidige landschap worden geanalyseerd. Vanaf de oorsprong tot de invloed ervan op de hedendaagse cultuur, zal dit artikel een alomvattend en gedetailleerd beeld bieden van Diporiphora, met als doel een dieper inzicht te verschaffen in dit voortdurend evoluerende fenomeen.
Australische grondagamen (Diporiphora) | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Diporiphora Gray, 1842 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Australische grondagamen (Diporiphora) op ![]() | |||||||||||||||||
|
Australische grondagamen[1] (Diporiphora) zijn een geslacht van hagedissen uit de familie agamen (Agamidae).
Er zijn twee andere geslachten van agamen die ook met de Nederlandstalige naam 'Australische grondagamen' worden aangeduid, namelijk Amphibolurus en Tympanocryptis. De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door John Edward Gray in 1842.[2]
De wetenschappelijke geslachtsnaam Diporiphora betekent vrij vertaald 'drager van twee poriën'; Di = twee, pori = porie en phora = drager. Deze naam slaat op het holotype, dat twee femoraalporiën bezat.[3]
De lichaamslengte bedraagt ongeveer vijf tot tien centimeter exclusief de lange staart. De lichaamskleur is bruin, veel soorten hebben lichtere lengte strepen. De mannetjes zijn in de paartijd soms bont gekleurd, de mannetjes van de soort Diporiphora ameliae hebben een rode staart en die van Diporiphora bilineata hebben een rode kop en een zwarte keel.
Veel soorten hebben een slanke lichaamsbouw, vergelijkbaar met de leguanen maar zijn door hun grote en stompe kop toch gemakkelijk als agamen te herkennen. De meeste soorten hebben geen rijen stekels op de kop, al komen deze soms voor. De gehooropeningen zijn duidelijk zichtbaar.[4]
Er zijn 22 soorten die vrijwel allemaal voorkomen in Australië. Alleen de soorten Diporiphora australis en Diporiphora bilineata komen daarnaast voor in delen van Nieuw-Guinea. Binnen Australië komen de verschillende soorten voor in New South Wales, Noordelijk Territorium, Queensland, Victoria, West-Australië en Zuid-Australië.
De habitat bestaat uit drogere gebieden tot vochtigere bossen. Australische grondagamen komen voor in tropische en subtropische bossen, grasland, savanne en scrubland.[5]
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan 21 soorten een beschermingsstatus toegewezen. Negentien soorten worden gezien als 'veilig' (Least Concern of LC) en een soort als 'onzeker' (Data Deficient of DD). Diporiphora vescus ten slotte wordt beschouwd als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU).[5]