Datis Nuperrime

Dit artikel gaat in op het onderwerp Datis Nuperrime, dat tegenwoordig zeer relevant is geworden. Vanaf het begin tot aan de implicaties ervan in de huidige samenleving is Datis Nuperrime het onderwerp geweest van studie en debat op verschillende gebieden. Door de geschiedenis heen heeft Datis Nuperrime een fundamentele rol gespeeld in de ontwikkeling van de mensheid, waarbij het de cultuur, de politiek, de economie en het dagelijks leven van mensen heeft beïnvloed. Door middel van een gedetailleerde analyse zullen de verschillende facetten van Datis Nuperrime, het belang ervan in de huidige context en de impact ervan in de toekomst worden onderzocht.

De Hongaarse revolutionaire vlag voor het parlementsgebouw in Boedapest, ter nagedachtenis aan de opstand van 1956

Datis Nuperrime (Latijn voor Een nieuwe dageraad) is een - korte - encycliek die paus Pius XII op 5 november 1956 uitvaardigde met als onderwerp het neerslaan van de Opstand in Hongarije door de Sovjet-Unie. De paus had vier dagen hiervoor al een encycliek uitgevaardigd - Laetamur Admodum waarin hij zijn vreugde had uitgesproken over de - als een gevolg van de opstand - bevrijding van de Hongaarse aartsbisschop József Mindszenty, maar de berichten die de paus nu hebben bereikt, ontnemen hem het optimisme dat er voor de Hongaren een nieuwe dageraad is aangebroken. De inval van de Russische troepen en het neerslaan van de opstand dwingen deze droevige gebeurtenissen tenminste te betreuren en scherp te veroordelen[1]

De paus verklaart een tegenstander te zijn van elke vorm van geweld en spoort alle volkeren en sociale klassen aan tot vrede. In het bijzonder richt de paus zich met een bede tot God:

Moge, zo smeken Wij ootmoedig, Onze allerbarmhar­tigste Verlosser het hart treffen van degenen, die ver­antwoordelijk zijn voor deze gang van zaken, zodat eindelijk toch een einde zal komen aan het onrecht, elk geweld zal worden bedwongen en alle volkeren, met elkander verzoend, in een sfeer van ongestoorde rust zullen samenleven.[2]

Ook smeekt de paus om het eeuwig leven voor degenen die onder deze droevige omstandigheden zijn gedood.[3]

Zie ook

Noten

  1. Datis Nuperrime, 1
  2. aldaar, 3
  3. aldaar, 4