In dit artikel zullen we het onderwerp Crocidura baluensis diepgaand onderzoeken, dat op verschillende gebieden grote belangstelling en discussie heeft gegenereerd. Vanaf de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag zullen we onderzoeken hoe Crocidura baluensis ons leven en de samenleving als geheel heeft beïnvloed. Met een multidisciplinaire aanpak zullen we verschillende aspecten analyseren die verband houden met Crocidura baluensis, van de invloed ervan in de populaire cultuur tot het belang ervan op wetenschappelijk gebied. Met dit artikel proberen we een alomvattende en verrijkende visie op Crocidura baluensis te bieden, met als doel de kennis uit te breiden en diepgaande reflecties over dit intrigerende onderwerp te genereren.
Crocidura baluensis IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Crocidura baluensis Thomas, 1898 | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Crocidura baluensis op ![]() | |||||||||||||
|
Crocidura baluensis is een spitsmuis uit het geslacht Crocidura die voorkomt op Borneo. Daar is hij tot nu toe slechts met zekerheid bekend van Gunung Kinabalu (Sabah) op 1600 tot 3700 m hoogte. Een beschadigde schedel uit Sarawak in het British Museum of Natural History vertegenwoordigt mogelijk ook C. baluensis. De exacte grenzen met de op kleinere hoogten voorkomende C. foetida zijn onzeker, mede omdat deze soorten tot de jaren 90 vaak met elkaar verward werden.
C. baluensis is de grootste spitsmuis van Borneo. Hij kan van C. foetida onderscheiden worden door een aantal kenmerken: C. baluensis heeft langere haren, minder borstelharen op de staart, relatief grotere voeten en minder contrast tussen rug- en buikvacht. De rugvacht is zwartachtig, de buikvacht zilverkleurig. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 110 mm, de staartlengte 62 tot 85 mm, de achtervoetlengte 15,2 tot 17,5 mm en de schedellengte 24,6 tot 25,4 mm.