Burdigalien

Tegenwoordig is Burdigalien een onderwerp dat grote belangstelling en debat in de samenleving genereert. Mensen willen graag meer over dit onderwerp weten, vanwege de relevantie ervan vandaag de dag, de impact ervan op het dagelijks leven of de historische betekenis ervan. Vanuit verschillende gebieden wordt Burdigalien vanuit verschillende perspectieven benaderd en geanalyseerd, wat een multidimensionale visie biedt die het begrip van het onderwerp verrijkt. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten van Burdigalien in detail onderzoeken, waardoor we een diepgaand inzicht bieden waarmee de lezer het belang en de reikwijdte van dit onderwerp vandaag de dag kan begrijpen.

Systeem
Periode
Serie
Tijdvak
Etage
Tijdsnede
Ouderdom
(Ma)
Kwartair Pleistoceen Gelasien jonger
Neogeen Plioceen Piacenzien 2,58–3,600
Zanclien 3,600–5,333
Mioceen Messinien 5,333–7,246
Tortonien 7,246–11,62
Serravallien 11,62–13,82
Langhien 13,82–15,97
Burdigalien 15,97–20,44
Aquitanien 20,44–23,03
Paleogeen Oligoceen Chattien ouder
Indeling van het Neogeen volgens de ICS.[1]

Het Burdigalien (Vlaanderen: Burdigaliaan) is in de geologische tijdschaal een tijdsnede of etage in het Mioceen. Het Burdigalien duurde van 20,44 tot 15,97 Ma.[2] Het komt na het Aquitanien en na het Burdigalien komt het Langhien.

Naamgeving en definitie

Het Burdigalien werd in 1892 in de literatuur ingevoerd door de Franse geoloog Charles Depéret en is genoemd naar Burdigala, de Romeinse naam voor de Franse stad Bordeaux. Er was in 2007 nog geen golden spike voor het Burdigalien vastgelegd.

De basis van het Burdigalien wordt gedefinieerd door het eerste voorkomen van de planktonische foraminifeer Globigerinoides altiaperturus en het einde van de magnetische chronozone C6An. De top wordt gedefinieerd door de basis van het Langhien.

De top (de basis van het Langhien) wordt gedefinieerd door het vroegste voorkomen van de planktonische foraminifeer Praeorbulina glomerosa en het einde van de magnetische chronozone C5Cn.1n.