In dit artikel zullen we de fascinerende geschiedenis van Bernhard Stempfle verkennen, een onderwerp dat in de loop van de tijd de nieuwsgierigheid van veel mensen heeft gewekt. Vanaf het begin tot aan de relevantie ervan vandaag de dag heeft Bernhard Stempfle een onuitwisbare stempel gedrukt op de samenleving en heeft het verschillende aspecten van cultuur, wetenschap, politiek en nog veel meer beïnvloed. Door middel van een gedetailleerde analyse zullen we de vele facetten van Bernhard Stempfle ontdekken, de impact ervan in verschillende tijdperken en de relevantie ervan in de hedendaagse wereld. Bereid je voor op een spannende reis door tijd en kennis, om de geheimen en wonderen te ontdekken die Bernhard Stempfle te bieden heeft.
Bernhard Stempfle (München, 1882 - Dachau, 1 juli 1934) was een priester en journalist, die Adolf Hitler hielp bij het schrijven van Mein Kampf.[1] Hij werd tijdens de Nacht van de Lange Messen vermoord.
Stempfle werd in 1904 priester. Hij werd lid van de Hiëronymieten-orde in Italië. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog schreef hij voor de Corriere della Sera en verschillende andere Duitse en Italiaanse kranten. Na het uitbreken van de oorlog keerde hij terug naar München.
In 1919 begon hij voor de Münchener Beobachter te schrijven: over de destructieve invloed van Joods atheïsme en de noodzaak Joden te vervolgen. De krant was in 1918 door het antisemitische Thule-Gesellschaft gekocht, veranderde haar naam in 1919 in Völkischer Beobachter en werd in 1920 door de NSDAP gekocht.
In 1920 was Stempfle leider van de geheime anti-republikeinse Organisatie Kanzler (Orka) en in 1923 de hoofdredacteur van het antisemitische dagblad Miesbacher Anzeiger. Hij was toonaangevend journalist binnen de volkse- antisemitische beweging in katholiek Beieren. Hij was een directe vertrouweling van Hitler. Volgens Hitlers fotograaf Heinrich Hoffmann, bezocht Stempfle regelmatig München en behoorde hij tot Hitlers inner circle. Hij hielp Hitler bij het schrijven van Mein Kampf.
Stempfle moet in ongenade zijn gevallen, want in juni 1934 werd na een deportatie naar concentratiekamp Dachau, zijn levenloze lichaam gevonden in de bossen van Harlaching.