In dit artikel gaan we het onderwerp Anunnaki vanuit een breed en gedetailleerd perspectief behandelen. Dit onderwerp is op verschillende gebieden het onderwerp geweest van debat en studie, dus het is relevant om het vanuit verschillende disciplines en benaderingen te analyseren. In het hele artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Anunnaki, inclusief de impact ervan op de samenleving, de evolutie ervan in de loop van de tijd en mogelijke toekomstige implicaties. Daarnaast zullen we ons verdiepen in de verschillende meningen en standpunten die rond dit onderwerp bestaan, met als doel een complete en evenwichtige visie te bieden. Door deze alomvattende aanpak proberen we de lezer een diep en verrijkend begrip van Anunnaki te bieden, waardoor de kennis en reflectie over dit onderwerp worden verrijkt.
De Anunnaki (enkelvoud Anunnaku) vormen in de Mesopotamische mythologie (Sumeriërs, Akkadiërs, Assyriërs en Babyloniërs) een groep godheden die verwant zijn en soms overlappen met de Anunna (de 'Vijftig Grote Goden') en de Igigi (de mindere goden).
De anunnaki spelen een rol in recente complottheorieën en pseudohistorische werken, onder andere in de publicaties van David Icke en Zacharia Sitchin.
De godennaam kan getranscribeerd worden als da-nuna, da-nuna-ke4-ne, of da-nun-na. Er bestaan veel schrijfwijzen: Annunaki, Annunnaki, Anunaki, Anunaku, Anunnaku, Anuna, Anunnaka. De betekenis is "nakomelingen van Anu", ofwel "die van koninklijken bloede".
Hoofd van de Anunnaki-raad was de Grote Anu, de god van het firmament. De andere leden werden als zijn nakomelingen beschouwd. De Anunnaki vormden de Hoge Raad van de Goden als Anu's metgezellen. Ze hadden sleutelposities verspreid over de wereld en de onderwereld. Meest bekend onder hen waren Marduk (Enki's zoon), Asaru, Asarualim, Asarualimnunna, Asaruludu, En-Ki (Ea voor de Akkadiërs), Namru, Namtillaku en Tutu. In de Akkadische religie werden de Anunna als Anunnaki opgenomen. Hier vormden ze de onderaardse goden, die tegenover de Igigi, de hemelse goden, werden gesteld.
In onder andere de Enoema-Elisj verstoorden de Anunnaki met hun vitaliteit de rust van de oudere goden en Tiamat, de oergodin van het (zoute) water, verzamelde haar Igigi onder leiding van haar zoon Kingu om in opstand te komen. Maar Kingu werd verslagen door Marduk, de leider van de Anunnaki. Marduk nam de Me, de Tabletten van het Lot, van Kingu af.
Om plaatsvervangers voor de Igigi als arbeiders te vinden en Kingu voor zijn opstand te straffen, maakten de baarmoedergodin Mami en handwerkersgod Ea (Enki) van veertien stukken klei, gemengd met het bloed én het verstand van Kingu, zeven mannen en zeven vrouwen. Die hebben nu iets goddelijks in zich én rebels, omdat ze ten dele afstammen van de opstandige Igigu Kingu.[1][2]