In de wereld van vandaag is Antiphilus (veldheer) een onderwerp van groot belang en interesse geworden. Of het nu vanwege zijn impact op de samenleving, zijn relevantie op de werkvloer of zijn invloed op de populaire cultuur is, Antiphilus (veldheer) is erin geslaagd de aandacht van een breed spectrum van mensen te trekken. Van experts in het veld tot het grote publiek: Antiphilus (veldheer) heeft zichzelf gepositioneerd als een onderwerp van voortdurende discussie en debat. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten en perspectieven met betrekking tot Antiphilus (veldheer) verkennen, om een volledige en gedetailleerde analyse te geven van het belang ervan vandaag de dag.
Antiphilus (Oudgrieks: Ἀντίφιλος / Antíphilos; 4e eeuw v.Chr.) was een Atheense veldheer tijdens de Lamische Oorlog (323–322 v.Chr.) tegen Macedonië.
Antiphilus werd na de dood van Leosthenes tijdens de belegering van Lamia in de herfst van 323 v.Chr. tot nieuwe bevelhebber van de Attische hoplieten (strategos) en daarmee tot opperbevelhebber van het verenigde leger van de Hellenen in de strijd tegen Macedonië benoemd.[1] Hij hief toen hij vernam dat een ontzettingsleger onder leiding van de Macedonische veldheer Leonnatus onderweg nam de belegering van Lamia op en behaalde vervolgens in Zuid-Thessalië een overwinning op Leonnatus.[2] In de slag bij Crannon (augustus 322 v.Chr.) werd hij evenwel door Antipater verslagen.[3] Met de voorafgaande nederlaag van de Attische vloot in de zeeslag bij Amorgus werd daarmee de nederlaag van de geallieerde Grieken bezegeld. Namens de alliantie had Antiphilus tezamen met zijn aanvoerder van de ruiterij Menon van Pharsalus een verzoek om vrede aan de zegerijke Antipater gestuurd, die hen echter terugstuurde.
Na 322 v.Chr. wordt Antiphilus niet meer vermeld in de antieke bronnen.