In de wereld van vandaag is Alfred Kossmann een onderwerp dat op verschillende gebieden steeds relevanter en interessanter is geworden. Zowel op politiek, sociaal en economisch gebied als in het dagelijks leven van mensen heeft Alfred Kossmann de aandacht getrokken van miljoenen mensen over de hele wereld. Het belang van Alfred Kossmann wordt weerspiegeld in de diversiteit aan meningen en benaderingen die rond dit onderwerp bestaan, evenals in de constante evolutie en verandering die het in de loop van de tijd ervaart. Daarom is het van cruciaal belang om het begrip van Alfred Kossmann te verdiepen, de implicaties ervan te analyseren en de verschillende facetten ervan te bespreken. In dit artikel duiken we in de wereld van Alfred Kossmann, verkennen we de verschillende dimensies ervan en bespreken we de debatten rond dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is.
Alfred Kossmann | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Kossmann bij uitreiking prijzen kunstenaarsverzet in het Concertgebouw te Amsterdam, 1961
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Alfred Kossmann | |||
Geboren | 31 januari 1922 | |||
Geboorteplaats | Leiden | |||
Overleden | 27 juni 1998 | |||
Overlijdensplaats | Amsterdam | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Beroep | schrijver | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Alfred Kossmann (Leiden, 31 januari 1922 - Amsterdam, 27 juni 1998) was een Nederlandse schrijver.
Kossmann groeide op in Rotterdam, waar zijn vader (Friedrich Kossmann) directeur was van de gemeentelijke bibliotheek. Hij zat een tijdje op het Erasmiaans Gymnasium. Daarna ging hij werken, eerst bij een boekhandel en later bij verschillende uitgeverijen.
In de Tweede Wereldoorlog dook hij aanvankelijk onder, om aan de Arbeidsinzet te ontkomen, maar hij werd opgepakt en tewerkgesteld in Duitsland, samen met zijn tweelingbroer, de later beroemde historicus Ernst Kossmann. Deze ervaringen verwerkte Alfred later in de roman De nederlaag (1950). Het ontwerp voor de omslag werd gemaakt door zijn toenmalige echtgenote Jeanette Kossmann.[1]
Na de oorlog werkte hij hoofdzakelijk bij uitgeverijen, terwijl hij daarnaast een indrukwekkend oeuvre bij elkaar schreef. Hij reisde bovendien veel en schreef daarover reisverhalen. In 1972 kreeg hij een ernstig auto-ongeluk, waarbij hij blijvend invalide werd. De roman Laatst ging ik spelevaren (1973) heeft daarop betrekking. Na dit ongeluk woonde Kossmann enkele jaren in Griekenland.
Zijn werk wordt gekenmerkt door een zekere ironie, die ook in het wetenschappelijk werk van zijn tweelingbroer is terug te vinden.