In dit artikel willen we de fascinerende wereld van Acromegalie en alles wat het vertegenwoordigt verkennen. Vanaf het begin tot aan de huidige invloed heeft dit onderwerp de belangstelling getrokken van mensen van alle leeftijden en beroepen. Op de volgende pagina's zullen we de kenmerken, impact en mogelijke toekomstige gevolgen ervan in detail analyseren. Zonder twijfel is Acromegalie een onderwerp dat niemand onverschillig laat en dat het verdient om in zijn geheel bekend te worden.
Acromegalie | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Door acromegalie ontstane ruimtes tussen de tanden van de onderkaak
| ||||
Coderingen | ||||
ICD-11 | ||||
OMIM | {{{OMIM}}} | |||
DOID | 2449 | |||
MedlinePlus | 000321 | |||
MeSH | D000172 | |||
|
Met acromegalie (acra "hoogte", megalie "vergroting") wordt een zeldzame ziekte aangeduid die gepaard gaat met een buitenproportionele groei van lichaamsdelen. Ze ontstaat als een overactieve hypofyse veel groeihormonen produceert. Meestal betreft het een adenoom, een goedaardig gezwel.
De aard van de lichamelijke kenmerken die symptomatisch zijn bij deze ziekte, hangt af van de leeftijd waarop de kwaal manifest wordt. Bij nog niet uitgegroeide jonge mensen treedt reuzengroei op tot soms wel 2,50 meter lang. De bekendste voorbeelden zijn Robert Wadlow, die 2,72 meter mat en Trijntje Keever die 2,54 meter lang was. Onder professionele basketballers, die sterk op lengte worden geselecteerd, komt de ziekte duidelijk vaker voor.
Bij volwassenen is geen reuzengroei mogelijk omdat de groeischijven van het bot inmiddels verkalkt zijn. Bij hen treedt in de loop der jaren een kenmerkend beeld op van vergroving van extremiteiten, zoals grotere handen en voeten, kin, neus en oren, waarbij de veranderingen in het gelaat het meeste opvallen.
Acromegalie is ook bekend als 'de ziekte van Marie', naar de Franse neuroloog Pierre Marie, die de aandoening in 1886 beschreef en de naam gaf.[1] De symptomen van de aandoening werden in 1567 al beschreven door Johannes Wier, echter hij verbond er geen naam of specifieke aandoening aan. Ook andere artsen hebben de aandoening (mogelijk) beschreven, maar hun namen bleven niet in gebruik: bijvoorbeeld Alibert in 1822 (Géant scrofuleux), Verga 1864 (Prosopo-ectasia) en Lombroso (Macrosomia [2]).
De meest voorkomende klachten veroorzaakt door langdurige overproductie van groeihormoon zijn:[3]