De Friezen oostelijk van de Lauwers komen in opstand tegen Karel de Grote. De Friese opstand slaat over naar eerder gepacificeerde gebieden in het westen. De bevolking valt terug in het heidendom, kerken worden in brand gestoken en geestelijken als Liudger moeten uitwijken naar het zuiden
Koning Silo overlijdt kinderloos na een regeerperiode van 9 jaar. Alfons II, zoon van voormalig koning Fruela I, wordt met steun van de adel als troonpretendent geïnstalleerd. Hij wordt na een opstand opgevolgd door zijn oom Mauregato die de troon bestijgt als heerser van Asturië. Alfons weet te vluchten naar Álava (huidige Spanje).